Het belang van de Poedel als Hulphond

Door: Femina Fransman

In dit artikel wil ik laten weten hoe waardevol het is om een poedel als hulphond naast je te hebben. Niet alleen als gezellig maatje, maar ook als een levensreddende partner. Helaas is een hulphond nog steeds niet voor iedereen beschikbaar, ook niet voor mensen die er hard één nodig hebben.

Het idee voor dit stuk ontstond, mede doordat ik kleinschalig fok (kennel Jolie Jolie) en mij vaak realiseer, als ik met mijn 3 honden wandel, hoe zou ik nu, op deze onvoorziene situatie kunnen reageren als ik doof was! Want er gebeurt nogal veel buiten(en binnen.) Denk eens aan, stille(re) vervoermiddelen waarvan je kan schrikken, weggebruikers schatten niet altijd in dat jij, een kind, of een hond een onverwachte beweging kan maken en meestal is dat net de verkeerde kant op. 

Mijn teef Heppie, gecombineerd met de reu Stewey met uitgesproken hulphond‑eigenschappen, van fokker Yvonne Idema Pfaff, “kennel Pinqerton”, bleken uitzonderlijk geschikte pups voort te brengen die als hulphonden ingezet konden worden. Daardoor kon ik voor dit artikel drie mensen interviewen met wie ik een persoonlijke connectie heb: twee via een gesprek en één schriftelijk. De poedel Atta, die in één van de verhalen voorkomt, komt van fokker Anniek Schoonderbeek. Heppie en Pip komen van fokker Jeanette Carbiesen, kennel “Clever Orange”.

Met dit artikel wil ik een tipje van de sluier oplichten en stof tot nadenken geven. Iedere hond en ieder mens is anders, net als diagnoses, omstandigheden, woonomgeving en sociaal vangnet. En laten we vooral de fokkers niet vergeten: zij zetten zich met ziel en zaligheid, kennis en ervaring in om gezonde, fysiek én mentaal sterke, goed gebouwde honden op de wereld te zetten. Hun rol is cruciaal.

Fokkers lopen namelijk ook risico’s, zowel financieel als emotioneel. Sommige opleiders testen pups pas in de achtste week: is de hond geschikt; heb ik genoeg geïnteresseerden op mijn wachtlijst voor het geval de pup geen hulphond maar wel een huishond wordt; krijgt de koper de financiering rond?, wat als de  pupkoper ineens afzegt, en wat is dan het beste besluit voor deze pup?

Hoe leg je aan ‘gewone’ huishondkopers uit dat de hulphond‑pup, die nog getest moet worden, voorrang krijgt? Dit zijn slechts enkele van de uitdagingen waar een fokker tegenaan loopt. Misschien iets om in een volgend artikel uitgebreider op in te gaan.

Tijdens de gesprekken voor dit artikel kwamen diverse thema’s naar voren, die ik hieronder kort wil benoemen — zonder oordeel en zonder met de vinger te wijzen.

Misschien komt er in de toekomst meer hulp door crowdfunding. Misschien openen lokale overheden hun loketten voor ondersteuning. Misschien zetten sociale partners zich in, zien verzekeraars het belang van financiële hulp in, of herschrijven werkgevers hun beleid zodat medewerkers hun hulphond mee kunnen nemen.

Misschien… is altijd een goed begin voor verbetering en aandacht.



Belangrijke thema’s rond hulphonden

  • Beperkte financieringsmogelijkheden via gemeenten en verzekeraars
  • Verschillende opleidingstrajecten en internationale erkenningen
  • De rol van gemeenten en verzekeraars
  • Ondersteuning van de mentale én fysieke gezondheid van de eigenaar
  • Werkgerelateerde en persoonlijke ondersteuning
  • Sociale (bewegings)vrijheid
  • Het kunnen leiden van een zo goed mogelijk leven in een complexe maatschappij
  • Onvoorspelbare, niet vooraf te testen, fysieke aandoeningen of letsel bij de hond
  • Regelmaat, structuur, stabiliteit, zelfstandigheid en zelfredzaamheid
  • En niet te vergeten: de levenslust die een poedel geeft en het plezier dat je samen beleeft

Een lief verhaal dat mij altijd is bijgebleven, is dat van acteur Ko van Dijk (1916–1978), met zijn prachtige stem. Hij vertelde het in ‘Kronkelgroeven’ van Simon Carmiggelt (mogelijk gemaakt door Nico van Leur en is te vinden op YouTube). Het gaat over een jonge rode Ierse setter en telkens als ik het hoor, ontroert het mij soms tot tranen toe: in het verhaal wil de hond duidelijk maken :‘Laten wij LOL maken.’

En van de poedel weten we: dát kan hij als geen ander. Met zijn vriendelijkheid, intelligentie, stabiele karakter, sensitiviteit, humor, elegantie, empathie en zijn bijna hypoallergene, niet‑verharende vacht (99% — altijd testen!), is hij een genot om mee te werken. De poedel werkt graag mét zijn baas en vóór zijn baas, en heeft een enorme wil om te pleasen. Wat hij doet, wil hij ook écht goed doen.

Inleiding.

Interview: Lilly (24) met haar hulphond poedel Liev, PTSS en Autisme

Lilly heeft een psychische beperking, maar geen fysieke beperking. Daardoor komt zij niet in aanmerking voor financiële ondersteuning vanuit de gemeente of de zorgverzekeraar.

De opleiding van een hulphond duurt gemiddeld twee jaar en kost tussen de € 25.000 en € 30.000. Soms krijgen mensen met onder andere PTSS wel financiële hulp, maar meestal alleen als zij in overheidsdienst hebben gewerkt.

Interview: Linda ter Elst, met haar 2 poedel-buddy’s Pip en Moos

Eigenaar van Therapeutische Praktijk Eigen-Wijs

Linda heeft 2 koningspoedels Pip en Moos, die in haar praktijk ondersteunend zijn bij  Therapie Praktijk Eigen-Wijs, ingericht als huiskamer, wacht een veilig huis waar we samen inclusief mijn twee Buddy’s “De koningspoedels Pip en Moos, de verhalen van jullie gezin zullen verkennen, begrijpen en herschrijven. Samen navigeren we door de uitdagingen en ontdekken we de harmonie die schuilt in elk hoofdstuk van jullie leven.

De Huis vol verhalen methode die Linda gebruikt, richt zich op het begrijpen en waarderen van deze individuele en gedeelde verhalen om een dieper inzicht te krijgen in de gezinsdynamiek en de onderliggende oorzaken van conflicten. Linda maakt in haar methode veel gebruik van symboliek, beeldspraak en metaforen.

Interview: Hanneke Cobelens, met haar signaal-poedel Atta.

Hanneke heeft Atta, een koningspoedel. Kofi was haar 1e poedel-pup in opleiding. Positief getest in het nest, maar naar later bleek had hij een niet werkende traanbuis. Helaas was dat was de reden voor de betrokken instanties, hem na 3 maanden al, als hulphond af te keuren.

Een hartverscheurende gebeurtenis die ook bij mij een diepe indruk heeft achtergelaten

Het oog-probleem van Kofi is door de “Eyes Dierenkliniek” behandeld en gelukkig hoeft het oog alleen nog maar gedruppeld te worden met kunsttranen, de oorzaak is helaas niet te verhelpen.

Liev – de poedel die Lilly weer thuisbrengt en levensvreugde geeft !

Lilly had al op jonge leeftijd een hulphond nodig. Het samenwerken met haar poedelhulphond, en daarnaast ook met paarden, heeft haar veel geleerd. Ze kreeg extra kennis, ervaring en een reeks waardevolle leermeesters — zowel dieren als mensen.

Liev is haar tweede hulphond. Haar eerste hulphond geniet inmiddels van een welverdiend pensioen bij Lilly’s ouders in Polen, waar ze alle aandacht en ruimte krijgt die ze verdient. In de vakanties zien ze elkaar weer, en nu voor het eerst ook samen met Liev.

Liev is nu zes maanden oud en begon op negen weken leeftijd aan zijn opleiding. Dat gaat stap voor stap, onder begeleiding van zijn trainer Daniëlle (Kynotrain), die wekelijks langskomt. Zodra Liev wat ouder is, wordt er nog één keer per week getraind. Uiteraard werkt Lilly ook dagelijks met hem. Daniëlle is gespecialiseerd in het trainen van hulphonden voor mensen met Lilly’s beperkingen.

De training wordt zo opgebouwd dat Liev precies leert wat hij moet doen om Lilly te ondersteunen in het dagelijks leven. Hij gaat nu al, in kleine stapjes, mee naar dagelijkse activiteiten zoals de dokter of boodschappen doen. Inmiddels is hij zover dat hij gefaseerd mee kan naar kantoor.

Toch gaat het niet altijd vanzelf. Buitenstaanders weten soms niet hoe ze zich moeten gedragen tegenover een hulphond. Het komt voor dat mensen aanwijzingen van de eigenaar negeren, waardoor een net aangeleerde vaardigheid weer ongedaan wordt gemaakt. Die betweterigheid kan frustrerend zijn.

Lilly heeft de studie ‘Animal Husbandry (Equine Sport & Business)’ afgerond, inclusief stages in meerdere landen. Hoewel dit een prachtige studie is waar haar hart ligt, merkte ze dat het werken met paarden in de praktijk niet goed te combineren is met het dagelijks functioneren samen met een hulphond. Het werk kan veel stress met zich meebrengen, en voor haar is het essentieel om 24/7 haar maatje naast zich te hebben.

Nu werkt Lilly als recruiter voor hoger management in de foodsector bij een Britse organisatie. Dat Liev mee naar kantoor mag, is bijzonder: het bedrijf heeft wereldwijd vestigingen en heeft speciaal het beleid aangepast zodat medewerkers hun hulphond mogen meenemen.

Voor Lilly betekent haar hulphond alles. Liev geeft structuur aan mijn leven. Hij rekent op mij, en ik kan op hem rekenen. Hij zorgt dat ik opsta, me aankleed, met hem wandel, hem voer en zijn vacht verzorg. Hij doorbreekt mijn eenzaamheid. Ik kan met hem praten van vroeg in de ochtend tot het moment dat ik ga slapen. We gaan samen op avontuur, spelen binnen en buiten, en genieten van de natuur.’

‘Eet Liev, dan eet ik ook. Valt hij op schoot in slaap, dan doe ik vaak hetzelfde. Ik leer dat ik goed voor mezelf moet zorgen, want anders kan ik niet goed voor hem zorgen. Dankzij de training en de dierenwinkel- en dierenartsbezoeken kom ik meer onder de mensen, terwijl ik normaal gesproken sociale contacten vermijd vanwege overprikkeling. Waar ik vroeger hooguit twintig minuten buiten was, kom ik nu veel vaker buiten — al blijf ik ook genieten van de stilte en de natuur samen met Liev.’

De aanwezigheid van Liev geeft haar levenslust, plezier en steeds meer zelfvertrouwen. Natuurlijk zijn er soms twijfels, omdat hij nog jong is en veel moet leren, maar het gaat steeds beter.

‘Ik heb bewust voor een poedel gekozen vanwege de niet‑verharende vacht — dat maakt de toegang tot werkplekken, restaurants, ziekenhuizen en taxi’s makkelijker. En ze zijn superslim, stabiel, én boven alles hou ik van hun “gekkigheid”!’

Atta – de poedel die meer doet dan luisteren!

Het is juli 2021 wanneer Valkenburg aan de Geul wordt getroffen door een watersnoodramp. Ik miste toen twee keer een NL‑Alert. Ondanks de hulpmiddelen die ik al had, zette dat me aan het denken: hoe veilig en hoe zelfstandig bén ik eigenlijk als er iets gebeurt?

Sinds mijn geboorte ben ik audiometrisch doof. Toch leef ik in de horende wereld: ik ben niet vaardig in gebarentaal, kan uitstekend spraakafzien en wie mij niet kent, merkt vaak niet dat ik doof ben. Maar het missen van NL‑Alert maakte me angstig — het missen van een cruciaal signaal. Ik durfde niet meer te slapen zonder vastgeplakt te zijn aan mijn telefoon.

De oplossing lag voor de hand: een signaalhond (ook wel gehoorhond). Zo’n hond helpt mensen met gehoorverlies door hen te waarschuwen voor belangrijke geluiden. Hij ‘signaleert’ het geluid, trekt je aandacht en leidt je naar de bron.

Typische geluiden waarbij een signaalhond helpt:

  • De deurbel of een klop op de deur
  • De wekker
  • Rookmelder of brandalarm
  • Het huilen van een baby
  • De telefoon
  • Het roepen van je naam
  • Geluiden in het verkeer (bijvoorbeeld een naderende auto of een fietsbel)

De hond tikt je zachtjes met neus of poot aan als waarschuwing en loopt daarna naar het geluid toe. Zo kun je veilig en zelfstandig functioneren. Voor volledig dove mensen wordt een signaalhond volledig vergoed door de zorgverzekering; daarvoor is wel een akkoordverklaring nodig. In mijn geval verliep dat soepel: het was duidelijk dat ik in aanmerking kwam.

Signaalhonden worden niet kant‑en‑klaar afgeleverd. Je leidt ze zelf op, onder begeleiding. Ik zocht daarom een opleidingsinstituut met ervaring in signaalhonden en kwam uit bij BulterMekker Assistentsdogs (BMA). Tijdens de intake ontmoette ik instructrice Miriam. Samen bespraken we aan welke eigenschappen mijn toekomstige hond moest voldoen. Er is geen verplicht ras, maar sommige rassen hebben vaker de juiste mix van intelligentie, trainbaarheid, waakzaamheid en sociaal karakter.

Ik werk als ergotherapeut voor mensen met een auditieve beperking en kom veel bij cliënten thuis. De keuze voor een poedel was dan ook snel gemaakt: zeer intelligent, snel lerend, flexibel in nieuwe situaties, alert, zelfstandig werkend en de hypoallergene vacht is een groot voordeel. Daarnaast past hun enthousiaste karakter goed bij mijn eigen humor en energieniveau.

Hoe Atta op mijn pad kwam — en zijn naam — is een verhaal op zich. In 2023 was er een nest standaardpoedels. Na bezoekjes en een nesttest haalde ik ‘bandje geel’ op: ik noemde hem Kofi (naar Kofi Annan). Kofi stal vanaf dag één ieders hart en kreeg al snel mijn bijnaam ‘mijn prinsje’. Het geluk was helaas van korte duur: Kofi bleek een oogafwijking te hebben (niet‑functionerende traanklier, geen traanvochtproductie). Daarmee zou hij de verplichte medische keuring voor assistentiehonden niet halen. Ik moest afscheid nemen; er zijn veel tranen gevloeid. Kofi ging terug naar de fokker en ik heb nog steeds contact met hem.

Na een periode van intens verdriet volgde een nieuw nest. Weer bezoekjes, weer testen. Dit keer ging ‘bandje paars’ mee naar Zuid‑Limburg. Over zijn naam hoefde ik niet lang na te denken: Atta — de tweede naam van Kofi Annan, en mijn tweede pup.

Atta is nu anderhalf jaar. Wat een jaar hebben we achter de rug. Een jonge poedel kan in één seconde van 0 naar 100 gaan — poedel‑eigen. Zijn leervermogen en intelligentie werken niet altijd in je voordeel; zeker in het begin van de puberteit was het hard werken om hem bij de les te houden. Met zijn 30+ kilo is hij uitgegroeid tot een grote koningspoedel. Gelukkig begeleidt Miriam ons goed en kunnen Atta en ik inmiddels lezen en schrijven met elkaar. Naast het harde werken is er vooral veel liefde: een maatje, een knuffel, een clown. Atta houdt me in het hier en nu. Het deurtje naar mijn hart zat stevig dicht, maar aanhouders winnen — in elke ontwikkelfase hebben we keihard samen gewerkt en we hebben elkaar gevonden.

Zo ziet het opleidingstraject er ongeveer uit:

1. Basisopvoeding & socialisatie – Atta leert basiscommando’s (zit, blijf, hier, naast) en went aan winkels, verkeer, drukke en rustige omgevingen. Doel: rustig en gefocust blijven, ook bij stress.

2. Geluidstraining – introductie van specifieke geluiden (bijv. een bel). Beloond wordt pas wanneer hij eerst contact maakt, een signaal geeft (neus/poot) en daarna naar de geluidsbron gaat. Geleidelijk uitgebreid (wekker, telefoon, rookmelder, enz.).

3. Generalisatie – dezelfde geluiden herkennen in verschillende omgevingen (thuis, buiten, bij vrienden) en onderscheid leren maken: belangrijk geluid → waarschuwen; onbelangrijk geluid → negeren.

4. Specifieke noodsignalen – bij alarmsignalen (rookmelder, kookwekker) vertoont hij ander gedrag, zoals herhaald terugkomen om mij op te jagen. Cruciaal voor veiligheid.

5. Certificering & nazorg – de combinatie hond‑eigenaar wordt getest op betrouwbaarheid en veiligheid, met periodieke controle en bijscholing.

We zijn goed op weg, al zijn we nog niet officieel gecertificeerd. Toch heeft Atta nu al enorme meerwaarde. In huis reageert hij goed op specifieke geluiden — nog niet altijd precies volgens het boekje — maar ik voel me met hem een stuk veiliger. Hij gaat overal mee naartoe en brengt me op plekken die ik eerder vermeed. Hij maakt me assertiever en helpt me meer van mezelf te laten zien. We wandelen graag in de natuur en maken van elk bos een speeltuin. Thuis liggen we samen op de bank; ik doe mijn hoorapparaat dan uit en vertrouw inmiddels op Atta’s oren.

Pip en Moos – de poedel buddy’s, die Linda altijd bedankt!

Linda is systeemtherapeut, kinder‑ en jeugdtherapeut, NLP‑master en kindercoach. Als jonge vrouw kreeg ze ME en was ze lange tijd rolstoelafhankelijk. Dat dwong haar om haar leven en loopbaan opnieuw vorm te geven en te onderzoeken: welke talenten heb ik, en hoe kan ik die zinvol inzetten in deze onverwachte levensfase? Kijk voor haar brede loopbaan en de weg daar naartoe op https://praktijk-eigenwijs.nl.

Haar spreekkamer is ingericht als een huiskamer. Je stapt binnen in een warme, uitnodigende ruimte — het voelt alsof je op visite bent. De Huis‑vol‑verhalen‑methode, een unieke systemische benadering die Linda ontwikkelde, richt zich op het herstellen van harmonie in gezinnen, juist wanneer situaties uitzichtloos lijken of dreigen te ontsporen. Ieder mens is een ‘huis vol verhalen’: persoonlijke geschiedenis, ervaringen en alles wat je uniek maakt. Vanuit dat inzicht worden patronen zichtbaar en ontstaat beweging.

De poedels Pip en Moos zijn Linda’s buddy’s en in haar werk van onschatbare waarde. Ze traint haar eigen honden en deed daarin veel ervaring op. Poedel Sam (inmiddels overleden) was haar eerste therapiehond en hét voorbeeld voor Pip in haar opleiding. Poedels zijn zo intelligent en sensitief dat je soms denkt dat ze hun eigen leermeesters kiezen; ze leren van elkaar en van hun baas. En belangrijk: met poedels heb je veel lol — ze hebben humor.

Pip en Moos zijn altijd bij Linda en ook aanwezig tijdens sessies. Ze werken verschillend en vullen elkaar naadloos aan:

  • Pip werkt dichtbij de cliënt, zit ernaast of erachter, verbindt en schept ruimte. Bij familie‑opstellingen neemt zij vaak de leiding. Is er bijvoorbeeld een vader met PTSS, dan blijft Pip dicht bij hem, stelt gerust met haar nabijheid, biedt troost en helpt vertrouwen te voelen zodat zijn verhaal verteld kan worden.
  • Moos maakt direct contact, is niet bang voor emotie, ontwapenend en onverschrokken. Vaak fungeert hij als tussenstation tussen kind en therapeut. Als een kind angstig is, is rechtstreeks praten moeilijk; via de hond lukt het wél. Moos kan emoties ‘aanwijzen’: legt een poot op Linda’s knie en ademt sneller — een signaal om even gas terug te nemen. Daarna gaat hij rustig liggen en kan het kind verder om zijn verhaal te delen; zo ontstaan heldere inzichten.

Bij heel nare berichten zijn Pip en Moos bijzonder invoelend en troostend; ze voelen feilloos aan wat nodig is.

Tot slot is Linda mede‑oprichter van Stichting Professionals in Transitie, waar mensen met de diagnose PTSS ondersteuning kunnen krijgen — juist voor die grote groep die vaak geen hulphond krijgt en/of niet in aanmerking komt voor intensieve persoonlijke begeleiding.